Bij zelf testen hoort vaak ook zelf bloed prikken. Met een veiligheidslancet kan een paar druppels bloed worden afgenomen uit de vinger. Vaak de ring- of middelvinger. Dit noemen we dan een vingerprik. Het lancetje is eigenlijk niets meer dan een naaldje dat uit een plastic houder schiet en daarna weer intrekt. Veilig op die manier, omdat de naald weer opgesloten wordt na gebruik. Bij naalden en lancetten speelt de dikte een grote rol. En die dikte wordt uitgedrukt in G of gauge. In deze blog gaan we dieper in op die term.
Gauge of G
Gauge is een eenheid om de dikte van naalden uit te drukken. Het is oorspronkelijk een meeteenheid om de dichtheid van naalden op een breimachine te bepalen. Inmiddels werken ze in de industrie en gezondheidszorg ook op basis van gauge om naalddiktes te definiëren. Dus dit gebeurt opeens niet meer in millimeters maar we gaan over op gauge of G. De stelregel is dat hoe dikker de naald, hoe lager de G. Een lancet met een dikte van 20G is dus dikker dan een lancet met 30G naalddikte.
Gauge wordt gebruikt om de buitendiameter van een naald te beschrijven. De waarde is van belang omdat het de gebruikservaring en het comfort van de patiënt beïnvloedt, ook de keuze voor specifieke medische procedures wordt erdoor beïnvloed. Bijvoorbeeld, een dunne naald met een hoge G, wordt vaak gebruikt voor injecties waarbij minimale pijn en weefselschade gewenst zijn. Denk bijvoorbeeld aan insuline-injecties, deze worden vaak met een 30G naald gezet. Aan de andere kant, een dikkere naald met een lagere gauge, wordt gebruikt voor procedures waarbij een grotere vloeistofstroom nodig is, zoals bij bloedafname of het toedienen van infusen. Hiervoor worden vaak 18G naalden gebruikt.
Omrekenen
Natuurlijk kan G gewoon worden omgerekend naar millimeter. Onderstaande tabel helpt hierbij.
| Gauge | Millimeters |
|---|---|
| 15G | 1,8 mm |
| 16G | 1,6 mm |
| 17G | 1,4 mm |
| 18G | 1,2 mm |
| 19G | 1,0 mm |
| 20G | 0,9 mm |
| 21G | 0,8 mm |
| 22G | 0,7 mm |
| 23G | 0,6 mm |
| 24G | 0,55 mm |
| 25G | 0,5 mm |
| 26G | 0,45 mm |
| 27G | 0,42 mm |
| 28G | 0,37 mm |
| 29G | 0,34 mm |
| 30G | 0,31 mm |
| 31G | 0,29 mm |
| 32G | 0,27 mm |
| 33G | 0,25 mm |
| 34G | 0,23 mm |
| 35G | 0,21 mm |
Toepassingen
In de medische wereld wordt gauge teruggezien bij bijvoorbeeld injectienaalden, insulinespuiten, lancetten/veiligheidslancetten en pennaalden. Voor mensen met diabetes is de term bekend en deze groep weet welke G ze prettig vinden werken. In het begin is het vaak aftasten wat prettig werkt en welke naald zo min mogelijk weefselschade en pijn oplevert.
