Is het gebruik van gezondheidsapps wel zo populair?

Is het gebruik van gezondheidsapps wel zo populair?

In de verschillende appstores zijn meer dan 350.000 soorten gezondheidsapps te vinden. Ze staan bijvoorbeeld in het teken van lifestyle of ondersteunen de zorgbehoevenden in hun behandeltraject. Maar is er, met zo’n grote wildgroei, nog wel behoefte aan dit soort apps ter bevordering van de gezondheid?

Vorig jaar zomer ondervroeg een onderzoeksteam van de Universiteit van Michigan duizenden Amerikaanse volwassenen, tussen de vijftig en tachtig jaar, over het gebruik van gezondheidsapps. De resultaten werden vorige maand gepubliceerd. Onlangs gaf David Bates een toelichting hierop. Hij is expert op het gebied van patiëntenveiligheid en het gebruik van IT in de zorg. Daarnaast werkt hij als hoofd interne geneeskunde binnen het Brigham & Women’s Hospital en is hij hoogleraar geneeskunde aan de Harvard Medicine School.

App-gebruik blijft achter

Uit het onderzoeksrapport blijkt dat bijna drie op de tien oudere volwassenen minstens één mobiele gezondheidsapp gebruikt. Desalniettemin heeft de meerderheid nog nooit een dergelijke app gedownload. Een derde van de ondervraagden gaf aan apps te gaan gebruiken of te hebben gebruikt voor lichaamsbeweging, voeding, gewichtsverlies of slaap. Apps die zich focussen op mediatie, geestelijke gezondheid of het meten van de bloeddruk worden minder vaak gebruikt. Dat is opvallend, omdat bijna de helft van de Amerikaanse volwassenen een te hoge bloeddruk heeft. Gebruikers willen de gezondheidsapps vooral inzetten voor het bijhouden van de gezondheid, het verkrijgen van gezondheidsinformatie en het delen van de resultaten met familie/vrienden.

Bates: “Typisch wordt er veel meer verantwoordelijkheid bij de patiënt gelegd om dingen zelf te beheren, en een app kan je veel helpen. Het kan je helpen te letten op een aantal van de verschillende dingen die je in de gaten zou moeten houden, zoals je dagelijkse bloedsuikerspiegel of je wekelijkse trainingssessies.”

Privacykwesties

Van de respondenten met een gezondheidsapp, deelde een kwart de gezondheidsdata uit de app met hun zorgverlener. Volgens de onderzoekers is het delen van deze gegevens een potentiële kans voor zorgverleners om patiënten te ondersteunen bij het stellen en bereiken van gezondheidsdoelen. Nog geen kwart van de huidige en vroegere app-gebruikers had vertrouwen in het privé en veilig houden van de persoonlijke gezondheidsdata in de app. De meerderheid was sceptisch.

Bates zegt hierover: “De privacykwesties zijn een echte zorg, en de apps doen hun werk niet zo goed als ze zouden kunnen doen in termen van het beschermen van onze privacy. Dat is iets waar we ons op moeten blijven concentreren. Veel van dit soort gegevens zijn niet zo privé, maar een deel ervan wel. Mensen die op zoek zijn naar een gezondheidsapp moeten weten dat online beoordelingen in de app stores niet noodzakelijkerwijs een echt goede voorspeller zijn van hoe goed de app voor jou zal zijn”, aldus Bates.

Minder app-gebruik zorgbehoevende

Amerikanen met een hoger inkomen en/of een hogere opleiding maken vaker gebruik van gezondheidsapps. Dit bleek overigens ook uit de recent gepubliceerde e-Healthmonitor van het RIVM. Oudere volwassenen met een goede gezondheid gebruiken vaker gezondheidsapps dan degenen met een matige tot slechte gezondheid. De onderzoekers vroegen aan de respondenten, die geen gezondheidsapps gebruiken, waarom ze dat niet deden. De helft blijkt geen interesse te hebben. Ook gaf een derde aan er nooit over nagedacht te hebben. Een vijfde had twijfels over het nut van dergelijke apps.

Volgens David Bates is er bij mensen met weinig opleiding of een taalbarrière wel degelijk interesse in de mobiele gezondheidsapplicaties. “Apps zijn vooral populair onder mensen die jong en technisch onderlegd zijn. Desalniettemin wil iedereen wel gezondheidsapps kunnen gebruiken, maar veel mensen hebben zelfs moeite met eenvoudige taken, zoals het invoeren van de glucosewaardes wanneer je diabetespatiënt bent,” zo zei hij.

Hoewel met name chronisch zieken baat hebben bij gezondheidsapps, blijft het gebruik achter. Een zesde van de ondervraagden had diabetes type 2. Van deze patiënten had minder dan de helft ooit een gezondheidsapp gebruikt om hun diabetes te managen. Degenen die wel een app hadden, deden dit om de bloedsuikerspiegel te monitoren of om het medicatiegebruik bij te houden.

Goedgekeurde apps

Bates hoopt dat patiënten beter ondersteund worden in het maken van de juiste keuzes, wanneer ze een gezondheidsapp willen inzetten. “We moeten iets doen om de hoeveelheid keuze te beperken, want als je zoveel opties hebt, kunnen mensen vaak gewoon niet kiezen. Het is te moeilijk. Het aantal enigszins beperken zou echt helpen. In Engeland hebben ze ongeveer zestig apps die nationaal worden goedgekeurd en gepromoot. Er is veel concurrentie om in die groep te komen, maar dat maakt het veel gemakkelijker om te kiezen en te bepalen welke apps voor jou relevant kunnen zijn,” aldus Bates.

Arts gaat app voorschrijven

Hij spreekt de verwachting uit dat het initiatief bij de arts komt te liggen. Die gaat volgens hem steeds meer apps voorschrijven. “Je gaat naar je dokter en die zal je aanraden om een app te gebruiken. Dingen zullen zo worden opgezet dat de gegevens naar hen terugkomen, en ze kunnen zien hoe je het doet. Als je het goed doet, feliciteren ze je, en als je het een beetje moeilijk hebt, kunnen ze je helpen.”

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Tools Getagged

Door Sebas Eikholt

Sebas Eikholt werkt als freelance schrijver en redacteur bij patientempowerment.nl. Thema’s waar hij over schrijft zijn ehealth, diagnostiek en behandeling op afstand, de patiëntgerichte aanpak in de gezondheidszorg, privacykwesties en de ontwikkelingen op het gebied van het maatschappelijk (zorg) draagvlak. Hij schrijft ook voor platformen als Skipr, Smarthealth, Zorgwelzijn en Zorgvisie. Neem contact op met Sebas via sebas@patientempowerment.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *